De ene crisis is nog niet voorbij en de volgende – van geheel andere orde – dient zich aan. De situatie in Oekraïne had al een week na de inval door Rusland wereldwijd gevolgen, ook in de procesindustrie, met name door de totaal ontregelde logistiek van allerlei grondstoffen die continu via Oekraïne aan ons land geleverd worden.
Dit raakt nu vooral de voedingsindustrie en de veevoederindustrie. Producenten hier zijn sterk afhankelijk van grondstoffen als zonnebloemolie, koolzaadolie, mais en granen waarvan heel veel uit dit land geïmporteerd wordt. Zoals bekend is Oekraïne de grootste teler van zonnebloemen ter wereld, groter nog dan Rusland, met een productievolume van 13,6 miljoen ton olie per jaar. De Russische Federatie doet ruim 11 miljoen ton, samen zijn ze goed voor meer dan 50% van de totale wereldproductie. De prijzen voor zonnebloemolie rijzen door de oorlog helemaal de pan uit.
Dat merk je ook als particulier. Ik kwam bij de groothandel en hoorde dat een 5 liter jerrycan in één dag opgeslagen was van 12 naar 26 euro. En dan te bedenken dat 12 euro al erg duur is voor deze normaliter betaalbare oliesoort. Opvallend trouwens dat er flink gehamsterd is. Veel flessen stonden er niet meer. Zo ook met meel. Bij Albert Heijn was een week na de inval door Rusland alleen nog wat biologisch meel verkrijgbaar. Nee niet omdat ‘Heel Holland bakt’; Oekraïne is ook een graanschuur met zijn vruchtbare zwarte gronden. Consumenten kunnen nog uitwijken naar alternatieven voor zonnebloemolie, voor de industrie is dat anders. Nu de export van zonnebloemolie stilligt, dreigt de voedingsindustrie in de problemen te komen. Deze oliesoort wordt veel gebruikt in margarine, koek, gebak en chips en voor gefrituurde producten, en is juist vanwege de gezondere eigenschappen steeds meer als vervangende olie voor bijvoorbeeld palmolie gebruikt. In de ‘just in time’ economie wordt de zonnebloemolie continu aangeleverd. Stokt de aanvoer, dan is het vat snel leeg.
In Trouw vertelde Frans Claassen, directeur van de ketenorganisatie MVO voor producenten, verwerkers en handelaars in plantaardige en dierlijke oliën en vetten, dat de laatste vrachtwagen met olie begin maart ons land inreed. Dit betekent dat medio april alles wel zo’n beetje op is. En waar schaarste is, stijgen de prijzen, ook voor industriële oliealternatieven als palmolie, koolzaadolie en sojaolie. Daarnaast doen de hoge energieprijzen een duit in het zakje, want er is veel gas nodig voor het raffinageproces van plantaardige olie. De veevoederindustrie voelt de crisis ook. Er is de afgelopen jaren steeds meer Oekraïense mais geïmporteerd. Volgens de Nederlandse Vereniging voor de Diervoederindustrie Nevedi slinken de grondstoffen zichtbaar.
Het laat zich raden dat met het stijgen van de veevoederprijzen ook vlees, eieren en zuivel snel duurder zullen worden. Via twee leveranciers kreeg ik door dat de oorlogssituatie het moeilijk maakt projecten in zowel Oekraïne als Rusland te plannen, laat staan uit te voeren. En dit zijn belangrijke markten voor de stortgoedsector gezien de verwerkingscapaciteit van granen en zaden aldaar. Het is uiteraard allemaal klein leed vergeleken met de verschrikkingen voor de Oekraïners zelf die we sinds begin maart de huiskamer in geslingerd krijgen. We kunnen alleen maar hopen dat die ellende voor hen snel voorbij is.
________________________________________________
Vincent Hentzepeter, hoofdredacteur