Veiligheid en met name veilig werken in de procesindustrie staan al jaren hoog op de agenda van directies. Ik wil nu niet zozeer ingaan op het omgaan met apparatuur en grote machines, die bijvoorbeeld door tweehandsbediening inherent veilig worden. Of sensoren die machines uitschakelen als ze een persoon in het vizier krijgen. Ik doel meer op de onzichtbare veiligheidsgevaren. De lucht die je inademt op de productielocatie, de chemicaliën die je moet toevoegen aan productieprocessen, de schoonmaakmiddelen die nodig zijn voor een tiptop reiniging. Het bewustzijn is gegroeid dat medewerkers goed beschermd moeten worden tegen de impact van langdurige blootstelling aan lage -concentraties van dit soort vaak schadelijke stoffen. Maar toch, waarom gaat er dan nog zo veel mis?
Met name vanuit de leveranciers van veiligheidsproducten en -oplossingen hoor ik verontrustende verhalen. Het is namelijk een blinde vlek. Juist die klein beetjes waar medewerkers dag in dag uit mee maken krijgen, maken het voor de mensen die in de procesindustrie werken, zo verleidelijk om even minder scherp te zijn op het gebruik van bijvoorbeeld persoonlijke -beschermingsmiddelen. Probleem is dat we wel weten dat geringe en korte blootstelling aan gevaarstoffen vrijwel zeker geen blijvende schade veroorzaakt, maar dat we niets weten over de langetermijneffecten. Inmiddels is van schilders wel bekend dat die schade zeer ernstig kan zijn, al is de blootstelling daar een stuk hoger dan waar de meeste fabrieksmedewerkers mee te maken zullen krijgen. Hoe dan ook, beter het zekere voor het onzekere nemen en juist wel altijd die veiligheidsprotocollen volgen. Het is een beetje zoals autorijden, één keer die riem niet omdoen, en je zult net zien dat je een ongeluk krijgt.
Blootstelling aan schadelijke chemicaliën en stoffen kan leiden tot ademhalingsproblemen, huidirritatie en oogletsel, en soms erger, dus die beschermende kleding, handschoenen, mondmaskers en veiligheidsbrillen (en vaak ook helmen om een andere reden) liggen er niet voor niets. Let daarbij op het juiste gebruik van PBM’s, het zijn vaak disposables met een beperkte levensduur en ze beschermen lang niet voor alles. Hoe ze te gebruiken, staat op de doos en in de handleiding, maar het gaat erom dit ook in de werkpraktijk door te voeren. Zo gaat, afhankelijk van de kwaliteit van een handschoen, een schadelijk stof er met een kwartier doorheen, of pas na een uur of langer. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld actieve koolstoffilters in maskers: wat filteren ze weg? En ook die zijn op een gegeven moment verzadigd. Dan beschermen ze niet meer.
De veilige opslag van chemicaliën is ook een topic. Het gaat hier nog te vaak mis. De verkeerde opslagsystemen worden gebruikt, verkeerde stoffen staan bij elkaar en er is onvoldoende onderhoud aan het opslagsysteem. Lastig? Zeker. Des te meer reden om nog eens goed met de QSHE–manager de veiligheidsprocedures te doorlopen in je bedrijf en de kennis van medewerkers te evalueren. Trouwens, op termijn zal veiligheid, net als het werken volgens ISO bij kwaliteitsbewaking, zo geprotocolleerd zijn dat niets meer vrijblijvend is. Ik denk dat dat een goede ontwikkeling is. Even niet veilig werken is er dan niet meer bij. Dat is veiliger voor iedereen.
Vincent Hentzepeter, hoofdredacteur