Een regelklep functioneert dankzij de samenwerking tussen drie onderdelen:
- het kleplichaam
- de actuator
- klepstandsteller
1. Kleplichaam (Valve Body)
Dit is het centrale onderdeel waar de stroming fysiek wordt begrensd. Afhankelijk van de aard van de stroming en de inbouwruimte kiest men hier voor verschillende types zoals globe-afsluiters (klepafsluiters), vlinderkleppen, kogelkranen of schuifafsluiters.
2. Actuator (Aandrijving)
De actuator is de ‘spier’ die verantwoordelijk is voor het daadwerkelijk openen en sluiten van de klep. Er zijn drie dominante smaken:
Pneumatisch: Wordt veel gebruikt vanwege de snelheid en kracht.
Elektrisch: Wint aan populariteit door energiezuinigheid en onderhoudsgemak.
Hydraulisch: Voornamelijk voor toepassingen waar immense krachten nodig zijn.
3. Klepstandsteller (Positioner)
Dit is het brein dat zorgt voor de precisie. De positioner koppelt de exacte kleppositie terug naar het regelsysteem. Dit verhoogt de regelnauwkeurigheid aanzienlijk en corrigeert eventuele afwijkingen door frictie of drukverschillen.
Het belang van stroomkarakteristiek
Een vaak onderschat aspectvan regelkleppen is de stroomkarakteristiek.Dit beschrijft de relatie tussen het uitgestuurde signaal (bijvoorbeeld 50% opensturing) en het daadwerkelijke debiet dat door de klep gaat.
- Lineair: De flow neemt recht evenredig toe met de opening.
- Gelijkpercentage (Equal Percentage): De flow verandert procentueel gelijk bij gelijke veranderingen in de klepstand. Dit wordt vaak gebruikt bij grote drukvariaties.
- Snelopenend: Voor toepassingen waar direct veel flow nodig is bij een kleine opening.