Uit een recent onderzoek van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en de Universiteit Utrecht, gepubliceerd in Nature, blijkt dat er naar schatting 27 miljoen ton nanoplastics (plasticdeeltjes <1 micrometer) in de Noord-Atlantische Oceaan zweven. Veel meer dan de hoeveelheid zichtbare micro- en macroplastics. Deze nieuwe inzichten verklaren deels het aandeel ‘missende plastics’ waar wetenschappers al jaren naar zoeken.

NIOZ voerde dit onderzoek uit op het schip RV Pelagia en had hiervoor € 3,5 miljoen beschikbaar. De onderzoekers namen op meerdere locaties watermonsters. In het lab zijn deze geanalyseerd met massaspectrometrie om de plastics te identificeren. Het is voor het eerst dat er zo’n nauwkeurige schatting is gemaakt van nanoplastics in oceaanwater.

Nanodeeltjes via 3 belangrijke routes

De grote hoeveelheid plastic wijst erop dat nanodeeltjes via 3 belangrijke routes de oceaan bereiken:

  1. Ze accumuleren ten eerste door afbraak van grotere deeltjes onder invloed van zonlicht.
  2. Ten tweede bereiken ze oceanen door aanvoer via rivieren.
  3. En ten derde door neerslag uit de atmosfeer.

Het NIOZ kan de gevolgen van deze nanoplastics voor ecosystemen niet kwantificeren, maar stelt wel dat deze aanzienlijk zouden kunnen zijn. Nanoplastics dringen namelijk diep door in organismen, tot in hersenweefsel, en waarschijnlijk in de hele voedselketen.

De nanoplastics opruimen gaat niet, ze blijven in het ecosysteem, preventie is dus het devies.