Franse onderzoekers zijn in hun zoektocht naar tweede generatie biobrandstoffen een pilot gestart met de vergisting van tarwestro. Doel is om ethanol te gaan produceren uit afval van de bosbouw en de agrarische sector.
Royal DSM NV en het Franse CIMV SA kregen het voor elkaar om ethanol te produceren uit tarwestro. Dat gebeurde tijdens een test die door de Franse agrarische onderzoeker INRA geleid werd. Dit om een zogenaamde tweede generatie biobrandstoffen te ontwikkelen.
Het in Frankrijk gevestigde CIMV lukte het om het stro af te breken in ruwe materialen, inclusief cellulose, waarna DSM de enzymen gebruikte om de cellulose om te zetten in de glucose dat werd omgezet in een product om ethanol te maken.
De bedrijven en INRA opereren gezamenlijk in het project Biocore van de Europese Unie om op industrieel niveau agrarische afvalstoffen om te gaan zetten in brandstoffen en chemicaliën. Bij de zoektocht naar tweede generatie biobrandstoffen wordt liever gebruik gemaakt van gewassen, welke niet gebruikt kunnen worden als veevoer, dan naar gewassen te grijpen die wel als voedsel gebruikt kan worden.
`Ethanol gemaakt van grondstoffen voor voedsel zoals graan wordt vaak door het publiek afgekeurd. Dit door de directe concurrentie met de voedselproductie`, zegt Michael O`Donohue, coördinator voor Biocore.
Arkema, een Franse chemieproducent gaat de tweede generatie ethanol gebruiken om ethyleen te maken, een ruw materiaal voor plastic. Dit gebeurt in een pilotproject wat laat zien hoe tarwestro omgezet kan worden in PVC.